De moderne geschiedenis van Jeruzalem

Eind negentiende eeuw

In 1838 begint, met de opening van een Brits consulaat in Jeruzalem, een periode van Europese economische en culturele invloed in de landstreek Palestina. Sinds 1517 maakt deze streek deel uit van het Ottomaanse Rijk. In de loop der tijd zullen ook Frankrijk, Rusland en Duitsland tal van diplomatieke posten, scholen, ziekenhuizen en kerken in het gebied openen. Kerkgenootschappen, zoals de Grieks-Orthodoxe kerk, kopen er op grote schaal onroerend goed. Steeds meer Europeanen vestigen zich er. In die tijd bestaat Jeruzalem nog uitsluitend uit de ommuurde Oude Stad.

Vanaf 1850 komt er een snel groeiende Joodse immigratiestroom naar Palestina op gang. De meeste Joden komen vanuit Oost-Europa, omdat daar steeds gewelddadigere pogroms plaatsvinden. In het kielzog van deze immigratiestroom trekt de toenemende welvaart en werkgelegenheid ook Arabische immigranten uit de regio aan. Vanwege de overbevolking in Jeruzalem bouwt de Britse filantroop Sir Mozes Montefiore de eerste van een reeks Joodse woonwijken buiten de muren van de Oude Stad. Aan het einde van de negentiende eeuw is ruim 60% van de bijna vijftigduizend inwoners van Jeruzalem Joods. 20% van de bevolking is christelijk, een iets kleiner percentage islamitisch.

Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog laat ook het land Israël niet onberoerd. In 1917 veroveren Britse troepen onder leiding van generaal Edmund Allenby Jeruzalem. Zij beëindigen de precies 400 jaar durende Turks-Ottomaanse bezetting. Bij het binnengaan van de stad verkondigt Allenby dat “de kruistochten nu voltooid zijn”. Vanaf dan zijn de Britten genoodzaakt te schipperen tussen verschillende belangen. In datzelfde jaar presenteert Londen de Balfourverklaring: in het land Israël zal een “Joods tehuis” worden gesticht.

Deels in reactie op de plots realistisch geworden Joodse zelfbeschikkingsaspiraties, vindt in 1920 de eerste ‘moderne’ Arabische geweldsgolf  tegen Joden plaats in Jeruzalem. Dit gebeurde na valse beschuldigingen dat de Joden de Al-Aqsamoskee zouden willen vernietigen. Bij de zogenoemde Nabi Musa-pogrom werden zes Joden vermoord en 216 raakten gewond. Anderen werden verkracht en Joodse heiligdommen werden vernield. Het weerhoudt de Britten er niet van om hun plan door te zetten. In 1922 stelt de Volkenbond, de voorloper van de VN, het Britse Mandaat voor Palestina vast. Hiermee bindt Londen zich aan het stichten van een “nationaal tehuis” voor de Joden in het mandaatgebied.

Escalatie

Vanaf dan wordt de situatie voor Joden in Jeruzalem grimmiger. In 1929 leidt een Arabisch-Joods dispuut over Joodse toegang tot de Westmuur (‘Klaagmuur’) tot een massale anti-Joodse geweldsgolf in en buiten de stad. 133 Joden worden vermoord. In de aanloopfase beweert grootmoefti van Jeruzalem, Mohammed Amin Al-Hoesseini, dat Joden de Al-Aqsamoskee wilden aanvallen. Van 1936 tot 1939 vinden soortgelijke pogroms plaats, zowel tegen het Britse gezag, als tegen Joden in het mandaatgebied. 5000 Arabieren, 260 Britten en 300 Joden komen om. Het relatief lage aantal Joodse slachtoffers is met name te danken aan het optreden van Joodse zelfverdedigingsgroepen.

In 1947 presenteert de Algemene Vergadering van de VN resolutie 181. Dit is een verdelingsplan om het Brits Mandaatgebied Palestina te verdelen in een Joodse en een Arabische staat. Onder het Verdelingsplan zou Jeruzalem als “heilig gebied” onder internationaal bestuur komen. De Joodse leiders accepteren het plan, maar de Arabieren wijzen het af. De Britten trekken zich unilateraal terug en de Joden in het Mandaatgebied stichten de staat Israël.  Op14 mei 1948 roept David Ben-Goerion de onafhankelijkheid uit van de nieuwe staat Israël.

Onafhankelijkheidsoorlog

Een dag nadat Israël als nieuwe staat is uitgeroepen, wordt het land aangevallen door Palestijns-Arabische milities en vijf Arabische landen, met als doel: de vernietiging van de Joodse staat. Het Israëlische leger houdt op wonderbaarlijke wijze stand en verovert zelfs gebied op de Arabische milities. Transjordanië bezet de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem, inclusief de Oude Stad. Alle Joden worden daar verdreven. De meeste van de 58 synagogen in de Oude Stad worden verwoest en andere geplunderd. Ook andere Joodse heilige plaatsen worden ontheiligd en deels of helemaal verwoest. Joods-Israëlische burgers wordt de toegang tot Oude Stad verboden. De oorlog eindigt in 1949 met een staakt-het-vuren. Transjordanië noemt zichzelf voortaan Jordanië om zijn claim op beide kanten van de Jordaanoever te benadrukken. Het annexeert de Oude Stad van Jeruzalem en de landstreken Judea en Samaria, vanaf toen Westelijke Jordaanoever genoemd. Het aantal christelijke inwoners daalt in de periode 1950-1967 van 25.000 tot minder dan 13.000.

Zesdaagse oorlog

Op 5 juni 1967 breekt de Zesdaagse Oorlog uit. Israëlische troepen veroveren de Westoever en, op 6 juni, de Oude Stad van Jeruzalem. In Jeruzalem wonen op dat moment 263.309 mensen: 195.700 Joden, 54.963 moslims en 12.646 christenen. Op 6 juni draagt de Israëlische regering het beheer van de Tempelberg formeel weer over aan de islamitische Jordaanse beheersautoriteit Waqf. Die vaardigt later nog steeds geldige regelgeving uit waaronder Joden de Tempelberg wel mogen bezoeken, maar daar niet mogen bidden. Doel is het Arabisch-Israëlische conflict ‘territoriaal’ te houden en het potentieel voor een joods-islamitisch religieus conflict weg te nemen. Op 28 juni 1967 wordt de Israëlische wetgeving in alle wijken van Jeruzalem van kracht, waarmee de veroverde gebieden feitelijk worden geannexeerd. De vrije toegang van joden, christenen en moslims tot alle heilige plaatsen wordt gegarandeerd. De regeling rond de Tempelberg blijft overeind.

Begin internationale sancties

Het Israëlische parlement neemt op 30 juni 1980 de Jeruzalemwet aan, waarin het verenigde Jeruzalem tot de ondeelbare hoofdstad van Israël werd verklaard. De wet bevestigt de onschendbaarheid van alle heilige plaatsen en verbiedt de overdracht van de zeggenschap aan een buitenlandse politieke of bestuurlijke entiteit. Dit leidde tot internationale kritiek, aangezien de Verenigde Naties deze eenzijdige annexatie niet erkenden en opriepen tot terugtrekking van diplomatieke missies uit Jeruzalem. Arabische oliestaten dreigen met sancties tegen landen die aan de resolutie geen gehoor zouden geven. België volgde deze oproep en besloot zijn ambassade te verplaatsen van Jeruzalem naar Tel Aviv. Later zwicht ook Nederland voor de druk en verplaatst haar ambassade naar Tel Aviv.

De Eerste Intifada

Van 1987 tot 1993 vindt er een gewelddadige Palestijnse opstand plaats: de Eerste Intifada. Die bestaat uit schermutselingen met de politie en het leger, (lokaal) gecoördineerde terreuraanslagen en stakingen. Als begin jaren ’90 een linkse coalitie aan de macht komt, staan vredesbesprekingen bovenaan de agenda. In september 1993 erkent de Israëlische regering onder leiding van premier Rabin de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) als de vertegenwoordiger van het Palestijnse volk. Omgekeerd erkent Jasser Arafat namens de PLO het bestaansrecht van Israël. Beide partijen tekenen de Oslo-akkoorden, die tot de beëindiging van het Palestijns-Israëlische conflict moeten leiden. Besprekingen over de meest controversiële kwesties, zoals de status van Jeruzalem, worden uitgesteld tot de laatste fase van het onderhandelingsproces.

In 1995 neemt de VS de Jerusalem Embassy Act aan, die bepaalt dat de Amerikaanse ambassade in Israël, uiterlijk in 1999, in Jeruzalem moet worden gevestigd. Daarmee erkent de VS impliciet Jeruzalem als hoofdstad van Israël. Achtereenvolgende presidenten voerden tot 2017 de Embassy Act niet uit. De president kon de uitvoering ervan telkens met een half jaar uitstellen, vanwege het Amerikaanse veiligheidsbelang. Intussen waren de Oslobesprekingen stukgelopen. In juli 2000 lopen Israëlisch-Palestijnse onderhandelingen in het Amerikaanse Camp David vast, onder andere over de toekomstige status van Jeruzalem. De Amerikaanse president Bill Clinton verwijt PLO-leider Arafat het mislukken van het overleg.

De Tweede Intifada

Na een bezoek van de Israëlische oppositieleider Ariel Sharon aan de Tempelberg in 2000 breken in Jeruzalem rellen uit. Die escaleren in een nieuwe terreuroorlog: de Tweede Intifada. Die duurt van 2000 tot 2005. Aan Israëlische zijde vallen ruim duizend doden, het merendeel daarvan door bomaanslagen op bussen, discotheken en andere openbare gelegenheden. Aan Palestijnse kant vallen circa 2800 doden. Palestijnse leiders zullen later toegeven dat de geweldsgolf door Arafat was gepland na het laten mislukken van de onderhandelingen in Camp David.

Actueel

Het vijftigjarige jubileum van het Israëlische gezag over de Oude Stad en Oost-Jeruzalem maakt internationaal veel kritiek los. De laatste maanden van 2016 zagen een waar offensief aan internationale uitspraken, waarin de Israëlische aanwezigheid in Jeruzalem werd veroordeeld. Daarin werd zelfs de duizenden jaren oude band van het Joodse volk met de stad en de heiligdommen ontkend. In december wordt VN-Veiligheidsraad-resolutie 2334 aangenomen, waarin alle Israëlische steden, dorpen en stadswijken in de in 1967 veroverde gebieden, inclusief de Joodse wijk in de Oude Stad van Jeruzalem, als illegaal worden verklaard. België en de andere EU-lidstaten stemmen veelal voor de resoluties. Tegen de verwachting van Israël gebruikt de Amerikaanse regering haar vetorecht niet om de resolutie te verhinderen. Dit wordt over het algemeen uitgelegd als een signaal van de regering-Obama, die een zeer problematische relatie met de Israëlische premier Netanyahu onderhield.

In 2017 bezoekt de kersvers verkozen Donald Trump als eerste zittende Amerikaanse president de Westmuur in Jeruzalem. Later dat jaar maakt hij het officiële besluit wereldkundig: de regering tekent het ‘waiver’ niet langer en verplaatst in 2018 de ambassade naar Jeruzalem. In navolging van de VS doet ook Guatemala dit, Honduras en Kosovo volgen in 2021. Daarnaast hebben enkele landen, zoals Tsjechië en Hongarije, diplomatieke kantoren in Jeruzalem geopend, maar hun officiële ambassades blijven in Tel Aviv. Enkele andere landen, veelal landen met een nauwe band met de VS in Latijns-Amerika en Oost-Europa, overwegen hun ambassades te verplaatsen. In een niet-bindende resolutie in de Algemene Vergadering van de VN wordt het Amerikaanse besluit afgekeurd. Alle West-Europese EU-lidstaten, waaronder België, stemmen voor de resolutie; de meeste Midden- en Oost-Europese lidstaten onthouden zich van stemming.

Share it :