1981: Operatie ‘Opera’
De Israëlische luchtmacht vernietigt de Iraakse kerncentrale Osirak, vlak voordat deze in bedrijf zal worden gesteld. Het bombardement door acht F-16’s wordt door vriend en vijand veroordeeld, maar later zal blijken dat de Nederlandse Marine Inlichtingendienst MARID bij de operatie een ondersteunende rol heeft gespeeld.
1981: Korte grensoorlog met de PLO
Na een periode van twee weken van intensieve artillerie- en raketbeschietingen van burgerdoelen aan Israëls noordgrens, bombardeert de Israëlische luchtmacht op 17 juli op grote schaal PLO-doelen in Zuid-Libanon en Beiroet. Ook vanuit zee worden bombardementen uitgevoerd. Op 25 juli komt een staakt-het-vuren tot stand.
1981: Anwar Sadat vermoord
Tijdens een militaire parade ter gelegenheid van de Egyptische ‘overwinning’ op Israël in 1973 openen vier terroristen van de Islamitische Jihad met automatische wapens het vuur op de tribune waar zich president Anwar Sadat bevindt. Naast Sadat worden nog tien andere personen gedood.
1982: Operatie ‘Vrede voor Galilea’
Israelische pantservoertuigen op de Libanese kustweg naar Beiroet.
Israël valt opnieuw Zuid-Libanon binnen, in een poging om de voortdurende raket- en artilleriebeschietingen op burgerdoelen in Noord-Israël te stoppen. De Israëli’s rukken op tot in de Libanese hoofdstad Beiroet, waar de PLO zich heeft teruggetrokken. Ook de Syrische bezettingstroepen worden verslagen.
In de noordelijke en oostelijke sectoren vindt het Israëlische leger aansluiting met zijn christelijk-Libanese bondgenoten en Beiroet wordt van alle kanten omsingeld. Na een beleg van een maand gaat de PLO-leiding op 14 augustus akkoord met de eis dat de Palestijnse milities het land verlaten. Op 30 augustus vertrekken PLO-leider Arafat en zijn trouwste eenheden onder een internationaal vrijgeleide per schip naar Tunis. Enkele duizenden PLO-strijders (met verschillende nationaliteiten) blijven echter in Libanon achter, het merendeel van hen in de Palestijnse stadswijken van Beiroet: Sabra, Shatila en Bourj Al-Brajnneh. Het vertrek van de PLO-hoofdmacht wordt gevolgd door een wachtperiode waarin het Israëlische leger niet alle delen van de Libanese hoofdstad bezet. Ook de Palestijnse stadswijken worden omsingeld maar niet ingenomen.
Op 14 september komt de christelijke leider Bashir Gemayel, net gekozen tot president, om het leven bij een bomaanslag. Twee dagen later trekken christelijk-Libanese strijdkrachten met toestemming van het Israëlische opperbevel Sabra en Shatila binnen onder het voorwendsel om overige terroristen op te sporen. Er wordt door de falangisten echter een massaslachting aangericht uit wraak voor de moord op Gemayel. Volgens Libanese bronnen komen bij de actie 474 mensen om het leven, waarvan het merendeel burgers. Israëlische bronnen spreken overigens van hogere aantallen (800-900).
Een Israëlische onderzoekscommissie oordeelt in 1983 dat de Israëlische minister van defensie Ariel Sharon en de chef-staf van het leger Rafael Eitan indirect verantwoordelijk waren, omdat zij zich hadden moeten realiseren dat een bloedige wraakactie van de christenen voor de hand lag.
1984: Begin van Operatie Mozes
Premier Jitschak Shamir verwelkomt Ethiopische vluchtelingen in Israël.
In de periode tussen 21 november 1984 en 5 januari 1985 brengt Israël in het diepste geheim ruim achtduizend Ethiopische Joden vanuit Soedan over naar Israël.
1987-1993: Eerste Intifada
Het beeld van de Palestijnse underdog overheerste tijdens de Eerste Intifada.
Een dodelijk verkeersongeval in de Gazastrook waarbij een Israëlische vrachtauto betrokken is, markeert het begin van de eerste Palestijnse volksopstand (‘intifada’) tegen het Israëlische gezag op de West Bank en in de Gazastrook.
De opstand heeft een spontaan en massaal karakter, breidt zich snel uit en houdt jarenlang aan. Een plaatselijk ‘leiderschap van de intifada’ geeft regelmatig opruiende pamfletten uit. Pas na verloop van tijd weet de PLO de leiding over te nemen. De intifada houdt lang het karakter van een volksopstand, waarbij de anti-Israëlische gewelddadigheden voornamelijk worden begaan met stenen, katapulten waarmee kogellagers worden afgeschoten, ijzeren staven en molotovcocktails.
In opdracht van de regering grijpt het Israëlische leger steeds harder in, maar het weet de onlusten niet te bedwingen. Vele honderden Arabieren en Joden komen tijdens de intifada om het leven.
Het imago van Israël wordt ernstig geschaad, terwijl de zaak van de Palestijns-Arabische bevolking wereldwijd op steeds meer sympathie kan rekenen. In het begin van de intifada wordt vanuit de Moslim Broederschap in Gaza de Islamitische Verzetsbeweging Hamas opgericht.
1991: Raketaanvallen uit Irak
Voltreffer van een Scudraket op Haifa.
Tijdens de Golfoorlog worden Israëlische steden in de kustvlakte bestookt met tientallen Iraakse langeafstandsraketten. Wonder boven wonder vallen er geen doden. Op verzoek van de VS onthoudt Israël zich van het uitvoeren van vergeldingsaanvallen. Nederland stationeert Patriot-batterijen in Israël, die moeten helpen de Iraakse raketten te onderscheppen.
1991: Operatie Salomon
Met een luchtbrug brengt Israël in 36 uur tijd 14.000 Ethiopische Joden over naar Israël.
1991: Vredesconferentie Madrid
De Conferentie van Madrid vindt plaats in de nasleep van de Golfoorlog en wordt gesponsord door de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Het is een poging van de internationale gemeenschap het Israëlisch-Arabisch vredesproces nieuw leven in te blazen.
1991: VN trekt anti-zionismeresolutie in
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties annuleert resolutie 3379 (1975), waarin zionisme als een vorm van racisme werd betiteld.
1991: Val van de Sovjet-Unie, eind van de Koude Oorlog
Met de formele opheffing van de Sovjet-Unie eindigt de Koude Oorlog. De emigratie van Russische Joden naar Israël krijgt nu vrij baan. Uiteindelijk zullen meer dan een miljoen Joden uit de Sovjet-Unie hun weg vinden naar Israël.