1993 – 2000: Het Optimistische Tijdperk

1993: Ondertekening van het eerste Oslo-akkoord

Met duidelijke terughoudendheid schudt premier Rabin de hand van PLO-leider Arafat.

 

Namens Israël en de PLO ondertekenen Jitschak Rabin en Jasser Arafat het eerste Oslo-akkoord op het gazon van het Witte Huis in Washington. Het akkoord is een beginselovereenkomst en schept het kader voor de vreedzame oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Er zal een interim Palestijnse autoriteit worden opgericht, die volgens het autonomieconcept zal gaan optreden in bepaalde delen van de betwiste gebieden. Er wordt niets vastgelegd over de eventuele stichting van een Palestijnse staat.

De meest problematische kwesties moeten in ‘einde-status onderhandelingen’ tussen partijen worden geregeld, zoals de toekomstige grenzen, de status van Jeruzalem en de toekomst van de Joodse nederzettingen. In Oslo gaat de PLO dus feitelijk akkoord met het handhaven en eventueel uitbreiden van Joodse nederzettingen, zolang daarover niet in onderhandelingen is beslist.
De PLO verplicht zich tot het afzweren en doelmatig bestrijden van geweld tegen Israël/Joden en de ophitsing daartoe. Deze verplichting wordt echter vanaf het allereerste moment systematisch geschonden.

1994: Gaza-Jericho Akkoord

Onder deze nieuwe overeenkomst tussen Israel en de PLO trekt het Israëlisch leger zich terug uit Jericho en delen van de Gazastrook. De Palestijnse Autoriteit neemt daar het civiele bestuur over. De Joodse nederzettingen in Gaza blijven intact en onder Israëlisch militair bestuur.

1994: Vredesverdrag Israël-Jordanië

De feestelijke ondertekening van het Israëlisch-Jordaans vredesverdrag vond plaats op een locatie in de woestijn op de grens tussen beide landen.

 

Israël en Jordanië sluiten een vredesverdrag. De handtekeningen worden gezet tijdens een, door vele internationale gasten bijgewoonde, bijeenkomst op de grens tussen beide landen. Het verdrag formaliseert ook de annulering van Jordaanse territoriale aanspraken op de landstreken Judea en Samaria, die het land van 1948-1967 bezet hield en in 1950 annexeerde.

1995: Oslo II (Taba Akkoord)

In deze overeenkomst tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit wordt de West Bank onderverdeeld in drie sectoren: A, B en C. In gebied A krijgt de Palestijnse Autoriteit (PA) volledige bevoegdheden, inclusief die voor veiligheid. In B krijgt de PA uitsluitend civiele bevoegdheden en blijft Israël voor de veiligheid verantwoordelijk. Gebied C, waar zich alle Joodse nederzettingen bevinden, blijft volledig onder de bevoegdheid van Israël, dus inclusief de planologische zaken. De EU participeert als getuige in Oslo II en onderschrijft derhalve deze regeling.

1995: Moord op premier Jitschak Rabin

De Israëlische premier Jitschak Rabin wordt na afloop van een vredesmanifestatie in Tel Aviv door een radicale nationalist vermoord. Shimon Peres neemt de taken van Rabin over en schrijft vervroegde verkiezingen uit.

1996: Begin van een golf van zelfmoordbomaanslagen

Palestijnse terroristen plegen bomaanslagen op stadsbussen in Jeruzalem en Tel Aviv. Daarbij komen tientallen Israëli’s om het leven. Het geweld doet bij het Israëlische publiek het vertrouwen in het vredesproces sterk afnemen.

1996: Operatie ‘Grapes of Wrath’

De Israëlische waarnemend premier Shimon Peres bezoekt Israëlische militairen tijdens Operatie ‘Grapes of Wrath’.

 

Operation ‘Grapes of Wrath’ is de codenaam van een zestien dagen durende Israëlische militaire campagne in Libanon tegen Hezbollah. Doel is een eind te maken aan de raketbeschietingen op burgerdoelen langs Israëls noordgrens.

1998: Wye River Agreement

In een nieuwe, door de VS bemiddelde, overeenkomst tussen Israël en de PLO worden verdere Israëlische terugtrekkingen op de West Bank geregeld.

2000: Israëlische terugtrekking uit Zuid-Libanon

In opdracht van de in 1999 aangetreden premier (en oud-generaal) Ehud Barak trekt Israël zich volledig terug uit de Zuid-Libanese veiligheidszone, die in 1985 was ingesteld. Het gebied wordt vervolgens overgenomen en gemilitariseerd door de Libanese terreurbeweging Hezbollah. De burgerbevolking in Zuid-Libanon dient daarbij als menselijk schild. De terugtrekking brengt Israël geen veiligheid, maar nieuwe aanslagen.

2000: Vredesoverleg Barak-Arafat mislukt

Onder toeziend oog van president Bill Clinton duwt Ehud Barak Jasser Arafat naar binnen in een vakantiehuisje op het presidentiële vakantieoord Camp David.

 

Twee weken van onderhandelingen in het Amerikaanse Camp David, tussen de Israëlische premier Ehud Barak en PLO-leider Jasser Arafat, eindigen zonder een overeenkomst. Arafat wijst alles wat hem wordt aangeboden af en geeft na terugkeer bevel tot het voorbereiden van een nieuwe terreuroorlog tegen de Joodse staat.

2000: Begin van de Tweede Intifada

Onmiddellijk na het bezoek van oppositieleider Ariel Sharon aan de Tempelberg in Jeruzalem (de heiligste plaats van het Jodendom) breekt de Tweede Intifada uit. Later blijkt dat het bezoek slechts een handige aanleiding was. De geweldsgolf was enkele maanden eerder al door Arafats PLO gepland. Anders dan de eerste intifada, is de tweede geen spontane volksopstand met vooral primitieve wapens. De nieuwe Palestijnse geweldsgolf kenmerkt zich door grootschalig terrorisme met vuurwapens en explosieven. In de periode van 28 september 2000 tot 1 januari 2005 komen 1137 Israëli’s door Palestijns geweld om het leven.

Share it :