Basiswetten
In tegenstelling tot de meeste landen kent Israël geen gecodificeerde grondwet. Hoewel de stichters van het land in 1948 wel een grondwet wilden gaan opstellen, is dit er eigenlijk nooit van gekomen, mede door het uitbreken van de Oorlog van 1948. De verschillende Basiswetten die door de Knesset zijn aangenomen, hebben geleidelijk de onofficiële status van grondwet gekregen . In deze Basiswetten zijn de klassieke liberale grondrechten opgenomen: vrijheid van lichaam, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van drukpers, vrijheid van religie, en het recht op samenkomst. Daarnaast bevestigen de Basiswetten ook uitdrukkelijk de regelingen omtrent de grondrechten die genoemd zijn in de onafhankelijkheidsverklaring.
Enkele Basiswetten zijn omstreden, waaronder de Jeruzalemwet uit 1980, waarin Jeruzalem, een en ongedeeld, werd uitgeroepen als de hoofdstad van de staat Israël. De benoeming van Jeruzalem als hoofdstad van Israël is maar door een paar landen ter wereld erkend, waaronder de Verenigde Staten. Ook de Natiestaat-wet uit 2017 deed veel stof opwaaien. In de wet staat dat Israël een Joodse en democratische staat is, en dat het de natiestaat van de Joden is. Ook werden nationale symbolen, feestdagen en de rol van de Hebreeuwse taal herbevestigd. Vanuit de Arabische bevolking, links Israël en vanuit het buitenland kwam er veel kritiek, daar men deze Basiswet als discriminatoir zag.
Knesset
Het Israëlische parlement heet ‘Knesset’ (Hebreeuws voor ‘vergadering’) en is gevestigd in Jeruzalem. De Knesset is de wetgevende macht in Israël. De Knesset heeft een kamer met 120 leden en wordt gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. Wanneer een partij tien procent van de stemmen krijgt, levert dat dus tien procent van de 120 zetels in de Knesset op. Daarbij geldt een kiesdrempel van 3,25 procent. Partijen die de drempel niet halen, krijgen geen zetels. De debatten in de Knesset worden voorgezeten door de voorzitter, die door de Knesset zelf gekozen wordt.
De vierentwintigste Knesset (2021-heden) telt maar liefst dertien fracties. Sommige van deze fracties bestaan uit een samenwerkingsverband van meerdere partijen. Zo bestaat de Verenigde Arabische Lijst uit vier verschillende partijen, die samen één kieslijst en één fractie vormen. Andere partijen, zoals Likoed en de Arbeiderspartij zijn van oorsprong fusiepartijen. Door de evenredige vertegenwoordiging en de vele partijen die deelnemen aan de verkiezingen worden in Israël coalitieregeringen gevormd. Deze onderhandelingen kunnen lang duren en dit heeft meerdere malen tot nieuwe verkiezingen geleid. Ook is het geen verrassing als een coalitie ver voor het einde van de regeerperiode uiteenvalt, maar normaal gezien worden verkiezingen om de vier jaar georganiseerd.
De politieke partijen in Israël zijn erg onderhevig aan schommelingen en grote zetelverschuivingen zijn geen uitzondering bij verkiezingen. Hoewel partijen komen en gaan, blijven de grote ideologische blokken grotendeels intact. Tot de jaren ’70 hadden de sociaaldemocraten de meerderheid in de Knesset. In 1977 wist het Likoed van Menachem Begin voor het eerst een meerderheidscoalitie te vormen en deze verkiezing werd later bekend als de ‘revolutie’. Momenteel hebben rechtse en religieuze partijen meer zetels dan de linkse en Arabische partijen in de Knesset, maar een absolute meerderheid hebben zij niet.
Partijen stellen hun lijstvolgorde voor de verkiezingen samen: dit gebeurt bij de meeste partijen door middel van een interne verkiezing. Anders dan in België is het bij de Knessetverkiezingen niet mogelijk om een voorkeursstem op een specifieke kandidaat uit te brengen: men stemt alleen op een lijst als geheel. Israël kent geen kiesdistricten.
Het stemmen zelf gebeurt ook op een iets andere wijze dan in België. In tegenstelling tot het inkleuren van een vakje op een enorm stembiljet, pakt men een kaartje uit een grote bak die in het stemhokje staat. Dit kaartje, dat correspondeert met een bepaalde partij doet de stemmer in een speciale envelop en die envelop komt in de stembus terecht. De kaartjes zijn bedoeld om het stemmen voor zowel immigranten als laaggeletterden makkelijker te maken, daarom hebben zij maximaal drie Hebreeuwse letters erop met daaronder de partijnaam. Ook zijn ze tweetalig. Afbeeldingen van deze kaartjes zijn daarom ook altijd zichtbaar op verkiezingsposters en -flyers.
Alle staatsburgers in Israël, zowel Joods als niet-Joods, hebben vanaf achttien jaar kiesrecht. In tegenstelling tot in België kunnen Israëli’s niet per machtiging stemmen, ook is het niet mogelijk om vanuit het buitenland een stem uit te brengen.
Er zijn tenminste elke vier jaar verkiezingen voor de Knesset, maar deze kunnen ook eerder worden gehouden wanneer een regering ten val komt en er geen nieuwe coalitie (en regering) kan worden gevormd.
Regering
De regering wordt gevormd door een meerderheidscoalitie van partijen in de Knesset en staat onder leiding van de premier. De premier is het Knessetlid dat het vertrouwen krijgt van een meerderheid in de Knesset, hij of zij hoeft dus niet altijd leider van de grootste partij te zijn. De regering is de uitvoerende macht in Israël. De premier staat boven de andere ministers in de hiërarchie en mag ministers ontslaan, maar loopt daarbij het risico dat dit het voortbestaan van de coalitie in gevaar brengt. Het kabinet bestaat uit een wisselend aantal ministers en staatssecretarissen, die leidinggeven aan de verschillende departementen zoals onderwijs, gezondheidszorg, defensie, justitie et cetera. Alle ministeries, behalve dat van defensie, zijn gevestigd in Jeruzalem. Ook zijn er ministers zonder portefeuille, die verantwoordelijk zijn voor een bepaald beleidsterrein maar geen leidinggeven aan een departement. Een opvallend verschil met België is dat bewindspersonen doorgaans ook lid zijn van het parlement. In tegenstelling tot België kent men in Israël dus geen dualistisch systeem.
Hooggerechtshof van Israël
Het Hooggerechtshof is het ultieme rechtsprekende orgaan in Israël en heeft als taak de regering en het parlement te controleren op basis van zowel de onafhankelijkheidsverklaring als de Basiswetten, naast natuurlijk haar werk als hoogste rechtbank van het land. Er zijn vijftien opperrechters en haar beslissingen zijn bindend voor de gehele rechtspraak in Israël. Deze rechters worden op aanraden van de een speciale selectiecommissie benoemd door de president. Het Hooggerechtshof doet ook vaak uitspraken over mensenrechten en het leger. Hierdoor hebben sommige rechtse Israëlische politici kritiek op de onafhankelijke positie van de rechtspraak in het land.
President
De president van Israël heeft geen uitvoerende macht en dient puur als ceremonieel staatshoofd. Zo ontvangt de president andere staatshoofden en ook de geloofsbrieven van buitenlandse ambassadeurs worden aan de president overgedragen. Alleen na verkiezingen heeft de president een politieke rol. Zo komen de partijen op gesprek en geven zij aan wie zij geschikt achten als premier. Het is dan aan de president om de gewenste kandidaat met een mogelijke meerderheid de opdracht te geven om een regering te vormen. De president wordt verkozen door een absolute meerderheid van de Knesset. De president is ook degene die de door de Knesset aangenomen wetten officieel ondertekent en dus bekrachtigt.