Reacties op BDS
Meerdere landen en lokale overheden hebben de afgelopen jaren maatregelen genomen om de haat van de boycotbeweging een halt toe te roepen. Israël heeft in 2011 de eerste wetgeving aangenomen die specifiek tegen de BDS-beweging gericht is. De zogeheten ‘Wet om Schade aan de Staat Israël door middel van Boycots te Voorkomen’ kwalificeert een oproep tot boycot als een onrechtmatige daad naar civiel recht, waardoor het mogelijk wordt om schadevergoedingen te eisen. Deze schade hoeft niet aangetoond te worden. Ook bepaalt deze wet dat de Israëlische regering geen zaken hoeft te doen met organisaties die BDS aanhangen. Het Hooggerechtshof oordeelde in 2015 dat de anti-boycot wet niet in strijd is met de basiswetten van Israël, behalve het onderdeel dat schadevergoeding zonder bewijs van daadwerkelijke schade mogelijk maakte.
Niet meer welkom
Meer recent, in 2017, nam de Knesset een amendement aan op Israëls visumwetgeving. Sindsdien kan BDS-activisten de toegang tot Israël worden geweigerd. Ieder land heeft het recht om buitenlanders die schade willen aanrichten te weren, aldus de toelichting van minister Gilad Erdan van strategische zaken. Op basis van deze wet werd ook de Nederlandse BDS-activiste Lydia de Leeuw in de zomer van 2018 de toegang geweigerd. De Leeuw was betrokken bij de Hamas-flotilla naar Gaza en riep in speeches en online op tot het boycotten van Israëlische producten.
Anti-BDS wetgeving in de VS
De Verenigde Staten kennen sinds de jaren ‘70 de Wet op het Exportbeheer, waarmee het voor Amerikaanse bedrijven en individuen verboden werd om mee te werken aan boycots op initiatief van andere staten. In het bijzonder gold dit voor de boycot van Israël door de Arabische Liga. Omdat deze wet niet van toepassing is op niet-statelijke actoren, zoals BDS-organisaties, hebben meerdere staten de afgelopen jaren eigen anti-boycotwetgeving aangenomen.
Sinds Tennessee in 2015 de BDS-beweging veroordeelde als “een van de belangrijkste werktuigen voor het verspreiden van antisemitisme” hebben tientallen staten eigen anti-BDS wetten aangenomen. Veel van deze wetten werken volgens het principe ‘boycot de boycotter’: bedrijven die Israël boycotten krijgen geen aanbestedingen meer. De staat New York plaatste bijvoorbeeld vier Nederlandse bedrijven (Royal Haskoning, ASN Bank, Triodos Bank en Vitens) op een zwarte lijst omdat zij, onder druk van BDS, investeringen in Israël hebben stopgezet.
Reacties vanuit Europa
In Europa komt anti-boycot wetgeving slechts sporadisch voor. Zo heeft de gemeenteraad van München vastgesteld dat BDS antisemitisch is en daarom besloten de beweging op geen enkele wijze te faciliteren. Ook andere Duitse gemeentes, zoals Berlijn en Frankfurt, zijn actief in het uitbannen van BDS. De Frankfurtse locoburgemeester Uwe Becker beticht de anti-Israël beweging zelfs van “nazipraktijken”.
Afbeelding: Gebouw van de Hoge Raad in Nederland; door Bas Kijzers (Rijksvastgoedbedrijf).