Perzië voor de Islamitische Republiek
Het oude Perzië is een bakermat van de beschaving met een rijke geschiedenis vol dynastieën, oorlogen, culturen, religies en kunst. Zo is Perzië de bakermat van het zoroastrisme en had het Perzische Rijk een grote invloed in het oude Midden-Oosten. Het verhaal van Poerim speelt zich af in het oude Perzië. Ook zou het de Perzische koning Cyrus II zijn geweest, die de zogeheten Babylonische ballingschap ophief. De ligging aan de zijderoute tussen China en het Westen zorgde voor levendige handel, die leidde tot welvaart en ontwikkeling.
Twee dynastieën hebben grote invloed uitgeoefend op Iran, zoals we het nu kennen. De Safavidische dynastie (1500-1722) voerde de sjiitische islam in als staatsgodsdienst. De Pahlavi-monarchie kwam aan de macht na een coup in 1925 en regeerde Iran tot 1979. De laatste Iraanse sjah, Mohammed Reza Pahlavi, was tijdens de Koude Oorlog een bondgenoot van de Verenigde Staten. Iran was in die tijd ook een van de belangrijkste bondgenoten van Israël, met name in het licht van de grote Arabische dreiging. De pro-westerse sjah regeerde met harde hand: oppositie werd bestreden door een hardvochtige en effectieve veiligheidsdienst, de Savak. Pahlavi introduceerde het vrouwenkiesrecht, voerde de leerplicht in en schafte het feodale systeem af door middel van landhervormingen. De religieuze elite en plattelandsbevolking zagen deze vernieuwingen echter als verwerpelijk en strijdig met de islam.
De hoge olie-inkomsten belandden in de zakken van een corrupte elite. Het regime van de sjah werd steeds meer geassocieerd met het “imperialistische westen” en bleef slechts overeind door de oppositie met harde hand te onderdrukken. De kloof tussen moderne, westersgezinde Iraniërs in de grote steden en de mensen op het platteland werd steeds groter. In de latere jaren van de regering van de sjah wankelde de economie en groeide de onvrede in Iran.
Islamitische Republiek
In 1979 riep Ayatollah Ruhollah Khomeini de Islamitische Republiek Iran uit. Dit was het sluitstuk van een jarenlang groeiend verzet tegen de sjah. Maatregelen van de sjah, zoals het verbieden van de chador – het traditionele bedekkende gewaad voor vrouwen – en het bij wet toestaan van alcohol en seks voor het huwelijk hadden vooral op het platteland tot veel protest geleid. In 1964 werd de uitgesproken geestelijk leider Khomeini Iran uitgezet. Vanuit het buitenland zette hij zijn verzet tegen de sjah voort. De revolutie begon in 1978 als een breed gedragen opstand tegen de impopulaire sjah. Een coalitie van burgers, studenten, marxisten, seculiere en islamitische groeperingen nam de macht over in januari ’79. Khomeini werd de natuurlijke leider van deze succesvolle revolutie.
Na de revolutie schakelde Khomeini zijn voormalige bondgenoten en iedere vorm van oppositie met geweld uit. Hij werd voor het leven benoemd tot Opperste Leider, met het vetorecht op iedere kandidaat die zich verkiesbaar wilde stellen. Veel (potentiële) tegenstanders werden zonder proces gevangengezet en geëxecuteerd. Hiervoor werden de Iraanse Revolutionaire Garde, een samenvoeging van verschillende paramilitaire organisaties, en de Hezbollahi ingezet. Deze laatste groep bestond uit religieuze bendes (niet te verwarren met de Libanese Hezbollah). Hun meedogenloosheid bleek effectief en drukte iedere vorm van oppositie de kop in.
Veel Iraniërs ontvluchtten het land na de Islamitische Revolutie en leven sindsdien in ballingschap. Sinds 1979 heeft de islam een allesbepalende rol in Iran: de sjiitische islam is de staatsreligie. In 1989 volgde Ali Khamenei de overleden Khomeini op als nieuwe Opperste Leider van Iran.
Regeringsstelsel
De president is het formele staatshoofd en wordt direct door het volk gekozen. Hij kan zich echter pas kandidaat stellen na de goedkeuring van de Opperste Leider. Ook is zijn macht beperkt door de centrale rol van de geestelijk leider. Masoud Pezeshkian is sinds juli 2024 de Iraanse president. Hij is zelf lid van de Raad van Experts, wat hem relatief veel invloed geeft. De tweekoppige leiding van Iran – geestelijk en politiek – heeft voordelen voor het land: zo kan de president een andere politieke toon aanslaan dan de Opperste Leider, waardoor hij internationaal als ‘gematigd’ te boek komt te staan.
De Groene Revolutie van 2009
De presidentsverkiezingen van 2009, 30 jaar na de revolutie, illustreren de ijzeren greep van de ayatollahs op Iran. Twee kandidaten, Mousavi en Karroubi, namen het op tegen de zittende conservatieve president Mahmoud Ahmadinejad. Ze waren geen politieke nieuwkomers. Mousavi was premier geweest tussen 1980 en 1988, de jaren van de felste onderdrukking en van de oorlog tussen Iran en Irak. Karroubi, een geestelijke, was eerder parlementsvoorzitter. Ze wilden onder andere een mildere toon ten aanzien van het buitenland, en met name de VS. De “hervormingsgezinde” kandidaten kregen veel steun van onder meer progressieve Iraniërs en de opkomst bij de verkiezingen was dan ook 85%. Tegen de verwachtingen in won Ahmadinejad de verkiezingen. Volgens veel Iraniërs was er sprake van verkiezingsfraude, en Mousavi riep zijn aanhang – de zogeheten “Groene beweging” – op tot vreedzame demonstraties. Die demonstraties werden uiteindelijk gewelddadig neergeslagen. De leiders van de demonstraties werden gearresteerd.
Mensenrechten
Na de revolutie in 1979 werden veel van de westerse vrijheden teruggedraaid. De sharia werd maatgevend voor het openbare leven in Iran. De geheime dienst en de religieuze Basji-milities houden de kuisheid op straat nauwlettend in de gaten. Paramilitaire eenheden in burger richten zich tegen openlijke kritiek op het Iraanse regime, het in het openbaar nuttigen van alcohol en onzedelijk gedrag. Critici van de regering, zoals journalisten en bloggers, worden regelmatig vastgezet.
De wet in Iran maakt onderscheid tussen mannen en vrouwen. Zo gelden voor vrouwen bepaalde kledingvoorschriften (inclusief hoofddoek), kunnen vrouwen officieel niet zelf kiezen met wie ze trouwen, en kan hun man altijd van ze scheiden. Meisjes kunnen al op hun negende jaar worden uitgehuwelijkt. Moord op een vrouw is juridisch een minder zwaar delict dan moord op een man. Vrouwen mogen geen “mannenberoepen” uitoefenen. Wel hebben vrouwen in Iran stemrecht en zijn veel van hen hoogopgeleid.
De doodstraf kan worden opgelegd voor overtredingen, zoals ‘belediging van de profeet’, geloofsafval (van de islam), homoseksualiteit, overspel en drugsdelicten. Iran is verantwoordelijk voor meer dan de helft van alle uitgevoerde doodstraffen wereldwijd met minstens 517 executies in 2017. Honderden websites en sociale media, zoals Facebook en Twitter maar ook websites van mensenrechtenorganisaties, zijn geblokkeerd. De geheime dienst monitort internetgebruikers. Hoewel Joden, Armenen, Assyriërs en zoroastriërs speciale gereserveerde zetels in het parlement hebben, worden religieuze en etnische minderheden, zoals de bahai, stelselmatig in hun vrijheden beperkt.
De ayatollah Khamenei is erg actief op X (het vroegere Twitter), waar hij nogal dubieuze dingen plaatst. Zo roept hij via social media op tot het vernietigen van de Joodse staat, het aanvallen van Joodse individuen, zoals Jared Kushner en tot geweld. Opvallend is hierbij dat X/Twitter dit niet ziet als haatzaaien, maar als een ‘open politiek debat’.
Nucleaire vraagstuk
Al in de jaren ’50 investeerde Iran in een nucleair onderzoeksprogramma, in samenwerking met de Verenigde Staten. In 1968 tekende Iran het non-proliferatieverdrag. In samenwerking met de Amerikaanse overheid en Duitse bedrijven werd vanaf de jaren ’70 geïnvesteerd in uranium-kernreactoren. Na de Islamitische Revolutie werd iedere vorm van samenwerking met de Verenigde Staten stopgezet: dat land wordt in Iran sindsdien de ‘Grote Satan’ genoemd. In plaats daarvan wendde Iran zich tot Rusland, China, Argentinië en Pakistan voor de verdere ontwikkeling van haar nucleaire programma.
In de 21ste eeuw werd dit programma deels in het geheim voortgezet. Het aantal locaties voor de verrijking van uranium werd vergroot. Bekend is de installatie in Bushehr waar volgens analisten ook verrijkt plutonium werd geproduceerd, een stof die voor kernwapens kan worden gebruikt. In 2009 werd bekend dat Iran in het geheim een kerncentrale ontwikkelde nabij de stad Qom. Het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) kreeg vrijwel geen mogelijkheid om inspecties uit te voeren. In 2010 kondigde de EU sancties af tegen Iran. De VS en Israël voerden cyberaanvallen uit op Iraanse nucleaire installaties met het Stuxnet-virus. Ondanks de sancties kwam steeds meer bewijs van het uitwisselen van kennis en materieel voor militair-nucleaire toepassingen tussen Iran en Noord-Korea. In 2014 bleek dat Noord-Korea regelmatig ballistische raketten naar Iran smokkelde, waarschijnlijk via China. Later dat jaar kwamen er berichten over militaire toepassingen van het atoomprogramma door Iran.
JCPOA
Na jaren van onderhandelingen tekenden de VS, Rusland, China, Engeland, Frankrijk en Duitsland in 2015 een nucleair akkoord met Iran, het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA). Dit akkoord wordt in de volksmond vaak de “Iran-deal” genoemd. Hierin werd een forse inperking van Irans nucleaire programma afgesproken met als doel een Iraanse atoombom te voorkomen. Iran moest de hoeveelheden verrijkt uranium verminderen, een groot aantal gascentrifuges sluiten en de plutoniumreactor herinrichten. In ruil werden de zware internationale sancties opgeheven. Het IAEA voert tot 2014 inspecties uit om toe te zien dat Iran zich aan de afspraken hield.
De Israëlische regering en veel Amerikaanse Congresleden waren fel tegen het akkoord, omdat ze geen vertrouwen hebben in het vermogen van de internationale gemeenschap om de Iraanse kerncentrales goed te inspecteren. Ze geloven niet dat Iran haar nucleaire ambities zal staken. Bovendien heeft het akkoord volgens hen een te beperkte reikwijdte. Iran bouwt met hulp van Rusland aan haar luchtafweersysteem, versterkt haar economie en zo haar onafhankelijkheid van het Westen. Bovendien ontwikkelt het land langeafstandsraketten met het vermogen kernwapens te dragen en centrifuges waarmee het in de toekomst toch weer verrijkt uranium kan produceren.
Annulering deal: Donald Trump
In augustus 2018 kondigde de Amerikaanse president Trump aan dat de VS zich niet langer aan het akkoord bindt. Trump is van mening dat Iran zich niet aan de voorwaarden van het akkoord heeft gehouden, omdat het land illegaal uranium zou hebben verrijkt. De Europese Unie wil dat het JCPOA in stand blijft en heeft Trumps besluit afgekeurd. Het IAEA blijft de deelname van Iran aan het akkoord nagaan. Tegelijkertijd zouden nieuwe Amerikaanse sancties jegens Teheran ertoe kunnen leiden dat ook Iran de deal afwijst. Verwacht wordt dat de terugtrekking van de VS het voor Europese bedrijven zeer moeilijk zal maken om zaken met Iran te blijven doen. Daarnaast heeft de opheffing van de vorige sancties voor Iran niet tot de gewenste economische groei geleid. De toekomst van het JCPOA is dus ongewis.
Iran en Israël
De verhouding tussen Israël en Iran heeft de afgelopen 60 jaar grote veranderingen ondergaan. In 1947 stemde Iran tegen de stichting van de staat Israël, maar in 1950 was Iran het tweede islamitische land na Turkije dat Israël als soevereine staat erkende. Tot 1979 onderhield Iran uitstekende economische en strategische banden met Israël – in het geheim, om de Arabische landen niet tegen zich in het harnas te jagen.
Dit beleid veranderde radicaal na de Iraanse Revolutie. Ayatollah Khomeini gebruikte zeer antisemitische en anti-Israelische retoriek. “Israël is gesticht als onderdeel van een satanisch plan van het Westen om de islamitische wereld te overheersen”, zo stelde hij. Verder noemde Khomeini de Joodse staat een “mes in het hart” van de islamitische wereld.
De Iraanse Revolutionaire Garde bewapent en traint terreurbewegingen als Hezbollah en de Islamitische Jihad. Deze groeperingen fungeren als proxies van Iran en zetten zich, net als Iran, in voor de vernietiging van Israël. Daarnaast heeft het regime in Teheran ook erg innige banden met Hamas. Het had in de jaren ’80 zelfs de primeur van het plegen van islamitische terroristische zelfmoordaanslagen. Iran was ook verantwoordelijk voor twee aanslagen op de Joodse gemeenschap in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires in 1992 en 1994.
Iraanse leiders ontkennen of bagatelliseren regelmatig de Holocaust. In 2005 organiseerde het regime een conferentie met als thema ‘een wereld zonder Israël’. Ook loofde Iran meermaals prijzen uit voor antisemitische cartoons.
Iran in de regio
Het Iraanse regime wil de revolutie exporteren naar de rest van de islamitische wereld. Sjiitische geestelijken uit de hele wereld volgen daarom religieuze studieprogramma’s in Iran. Het land presenteert zich als het centrum van de sjiitische wereld, hoewel de belangrijkste sjiitische heiligdommen zich in Irak bevinden.
Sinds 1979 tracht Iran haar invloed in de regio te vergroten: Teheran verzorgt militaire trainingen en levert wapens aan militante groepen, zoals de Palestijnse Islamitische Jihad en Hamas. Het is verwikkeld in een strijd met Turkije en met name Saoedi-Arabië over de hegemonie in de regio. In Irak, waar de sjiitische meerderheid sinds de val van Saddam Hoessein aan de macht is, heeft Iran gestaag aan invloed gewonnen. In Syrië had president Assad de strijd tegen soennitische rebellengroepen en IS feitelijk gewonnen, mede met behulp van actieve militaire steun van Iran. De Iraanse Revolutionaire Garde en het Libanese Hezbollah wonnen tot voor kort aan invloed in Syrië, waar de bevolking grotendeels soennitisch is, maar de Assad-regering meer sjiitisch-gezind was. Ook de Houthi-rebellen in Jemen worden door Iran gesteund.
De Syrische oorlog stelde Iran in staat om een doorgang naar de Middellandse Zee te bemachtigen. De bewapening van Hezbollah en andere proxies in het Midden-Oosten was hiermee nog eenvoudiger geworden. Israël is zeer bezorgd over deze situatie en over de groeiende invloed van Iran op de Libanese politiek. Militaire analisten vreesden al vele jaren een gewapend conflict tussen Hezbollah en Israël. Omdat Iran aan de touwtjes trekt en geen oog heeft voor het verwoestende en destabiliserende effect op Libanon, was het van groot belang zo’n conflict te voorkomen.
Sinds de recente val in december 2024 van het Assad-regime, is de invloed in Syrië van Iran en hun doorvoerroute naar Hezbollah en de Middellandse Zee afgesneden. Af te wachten valt welke impact de recente ontwikkelingen in de regio zullen hebben op de machtspositie van Iran.