Israël hongert Gaza niet uit!

Door Mark Geleyn in de Doorbraak:

Zover is het gekomen: de Arabische Liga roept Hamas op om de wapens neer te leggen en zich over te geven. Westerse landen daarentegen willen Israël straffen, een embargo opleggen, een Palestijnse staat erkennen, Hamas betrekken in het toekomstige bestuur van Gaza, als het maar stopt. De cynische campagne van Hamas alsof Israël Gaza uithongert, werd snel – en soms gretig – geslikt door politici in het Westen. Arabieren zijn minder naïef.

In eigen land gaat de regering zich al in augustus beraden om iets te doen. In de Kamer liggen twee wetsvoorstellen ter bespreking die wat Israël in Gaza doet, bestempelen als genocide. Teleurstellend, want het land van volkenmoord beschuldigen is onterecht en maakt van deze zware misdaad een politiek wapen. Dat betekent niet dat het lijden van de burgerbevolking in Gaza niet schrijnend zou zijn. Velen zien hun huizen vernietigd, zijn hun bezittingen kwijt en zijn op de dool.

De oorlog in Gaza werd wel voorafgegaan door een slachting die veel weg had van een genocide: dat was op 7 oktober 2023, toen Hamas meer dan duizend Israëli’s op gruwelijke wijze vermoordde, verminkte, verkrachtte en 240 gijzelaars maakte. Hamas had van Gaza een oorlogsmachine gemaakt, een invasieleger uitgebouwd en een ondergronds militair netwerk aangelegd. 7 Oktober 20223 was het resultaat.

Zocht oorlog, kreeg oorlog

Hamas zocht oorlog en kreeg oorlog.  Israël viel Gaza binnen om de terreurgroep uit te schakelen. Daarbij werden intense gevechten gevoerd, huizen werden vernietigd, er vielen doden en burgers moesten vluchten in ellende. Dat is allemaal waar.

De oorlog die Israël tegen Hamas voert is evenwel geen genocide. Noch moreel, noch volkenrechtelijk. Om van genocide te spreken is er naast het doden en vernietigen intentie nodig, de uitdrukkelijke wil om een volk of een etnie als zodanig te vernietigen. Israël heeft niet die bedoeling.

In Gaza woedt al twee jaar een uiterst complexe stadsoorlog.

Wat daarentegen sinds bijna twee jaar in Gaza gebeurt, is een uiterst complexe stadsoorlog. In een dichtbevolkte omgeving, met een vijandige bevolking, met een vijand zich niet identificeert en zich verschuilt tussen en achter de burgerbevolking, in woonblokken, scholen, gebedshuizen en hospitalen.

Het Israelisch leger doet zijn best om de burgers te ontzien. Het stuurt waarschuwingen vόόr een aanval, met vlugschriften en telefoonberichten. Het opent corridors zodat de bevolking de gevechtszone kan verlaten. Het leger is onderworpen aan een strenge ethische code van gevechtsregels, met onafhankelijke juridische controleurs die geregeld operaties verbieden als burgers risico lopen. Midden in deze oorlog verdeelde dat leger miljoenen vaccins, bleef het Gaza elektriciteit en water leveren en verzekerde het de voedselbevoorrading – met een onderbreking van maart tot half mei 2025.

Dat is niet de handelwijze van een leger dat een volk wil uitmoorden.

De kwestie van de bevoorrading

Vόόr de oorlog werd Gaza bevoorraad met gemiddeld 300 vrachtwagens per dag, waarvan 75 met voedsel. Geen 500 zoals VN-topman Antonio Guterres beweert. Tijdens de oorlog was dat nog een honderdtal. Wel werden tijdens de gevechtspauzes grote voorraden binnen gereden, voornamelijk door het World Food Program.

Het hele VN-systeem heeft gefaald, operationeel en moreel.

Bevoorrading betekent evenwel niet dat het volk eten krijgt. Er is een zeer ernstige voedselcrisis in Gaza, omdat de distributie instortte, omdat de Israëlische evacuaties de kleinhandel verstoorden, maar voornamelijk omdat Hamas beslag legt op het voedsel voor zijn krijgers, de rest stockeert en verkoopt aan woekerprijzen. Om dan Israël te beschuldigen van uithongering van de bevolking. Die propaganda bleek wereldwijd zeer goed te werken.

Inderdaad, de voedselhulp bereikt het volk van Gaza vaak niet, terwijl de magazijnen vol staan. Het hele VN-systeem heeft gefaald, operationeel en moreel. Van oudsher vijandig tegenover Israël, onderwierp het zich aan Hamas en werkte er vaak mee samen.

Hamas-leugens

Begin maart stopte Israël de bevoorrading, uit woede omdat gijzelaars die toen ingeruild werden, uitgemergeld en mishandeld waren, maar vooral om Hamas de controle over de bevoorrading af te nemen. Met de steun van Washington verving Israël UNRWA door de Gaza Humanitarian Foundation (GHF) om de voedselverdeling te organiseren. Die was goed op weg om daarin te slagen, maar Hamas zorgde voor chaos en paniek op de verdeelpunten, schoot op GHF-werkers én op eigen burgers, om dan Israël te beschuldigen. Het Israëlisch leger was zelfs niet aanwezig in de verdeelzones. Maar opnieuw werkte de propaganda. Media en regeringen over de hele wereld slikten de Hamas-leugens – velen gretig.

Het werd nog erger. De Verenigde Naties weigerden elke samenwerking met de door Israël uitgekozen hulporganisatie GHF. 950 vrachtwagens die al binnen Gaza waren, lieten de VN-organisaties daar staan, zolang zij hun eigen verdeelsysteem – met Hamas – niet konden hervatten. Prijs van dit cynisme: meer honger in Gaza. Slechts nadat Israël dit gedrag wereldkundig maakte, draaide de VN bij. Van hun kant openden de Israëli’s nieuwe humanitaire corridors.

Diplomatieke stoorzenders

Eind juli kritiseerden vijfentwintig Westerse landen, waaronder België, Israëls gedrag. Ze eisten dat het de oorlog zou stoppen, dat de VN en de ngo’s hun werk moesten kunnen doen, en ja, dat Hamas de gijzelaars moest vrijlaten. Zoals vaak met goedbedoelde gestes, was het effect averechts. Hamas, dat in de onderhandelingen in Doha onder zware druk stond, verwierp de Israëlisch-Amerikaanse voorwaarden. Het zag de internationale sommatie van Israel als bewijs dat de Hamas-aanpak de juiste was: de oorlog laten aanslepen, Israël internationaal isoleren en tot zondebok van de wereld maken.

De oorlog sleept aan. De gijzelaars blijven onvindbaar. De oorlogsmoeheid begint zich in Israel te doen voelen. De miserie en de hongercrisis in Gaza blijven aanslepen. Hamas blijft elk staakt-het-vuren weigeren dat maar tijdelijk is en blijft tegelijk de gijzelaars gevangen houden.

Maar Israël heeft geen keuze. Het is Hamas of het is Israël. Een staakt-het-vuren dat Hamas als gezagsinstantie intact laat, is voor Israël een onaanvaardbaar risico. Hamas moet verslagen worden. Tegelijk moet het volk in Gaza beter bevoorraad worden. Dat is moeilijk als Hamas de hulpverleners beschiet en als de internationale hulporganisaties die hulpformule dwarsbomen.

Hamas is verantwoordelijk

Er is geen algemene hongersnood in Gaza, maar velen lijden honger. Er is voldoende eten, maar de zwakken geraken er vaak niet aan. Daar is Hamas voor verantwoordelijk. De Verenigde Naties en de internationale hulporganisaties toonden zich tezelfdertijd onbuigzaam, hoogmoedig en schijnheilig in hun zogenaamde neutraliteit. Zover zelfs dat ze hulp ongebruikt lieten terwijl mensen honger leden. Hun symbiotische samenwerking met een terreurgroep is ontstellend.

Volkenrechtelijk is een oorlogvoerende partij niet verplicht zijn vijand te bevoorraden.

Gaza was één grote oorlogsmachine, met een bevolking die opgezweept was voor de vernietiging van Joden. Maar onder die collectieve verdwazing overleefde een bescheiden economie en een kleinhandel. De Israëlische aanval op Hamas en de evacuaties brachten mee dat de voedseldistributie vernietigd werd. Volkenrechtelijk is een oorlogvoerende partij niet verplicht zijn vijand te bevoorraden. Maar Israël heeft wel de morele plicht om de fouten van anderen niet te herhalen.

Hamas draagt de grote verantwoordelijkheid voor het leed in Gaza. Die terreurgroep startte de oorlog, misbruikte de miserie en de honger van het volk als propaganda-instrument en verlengt bewust de crisis. Dat mogen we nooit vergeten.

Share it :